Sophie

Samen met haar groep gaat Sophie vandaag naar de speeltuin. Ze heeft er veel zin in. Haar begeleider heeft er al wat over verteld en dat spreekt Sophie wel aan. Als ze bij de speeltuin zijn, ziet Sophie dat de speeltuin bestaat uit één draaimolen. Ze kijkt even verrast om zich heen, maar besluit dan de draaimolen maar eens te gaan uitproberen. Ze vindt de draaimolen oké. Niet erg spannend, nee. Maar Sophie is creatief en bedenkt allerlei spelletjes om de draaimolen wat interessanter te maken. Haar begeleider ziet haar voorbij komen in allerlei houdingen. Hij ziet dat Sophie zich prima vermaakt. Maar na verloop van tijd zijn de ideeën van Sophie op. Ze loopt naar haar begeleider en vraagt wat er nog meer te doen is.

Daan

Ondertussen is Daan ook in de speeltuin. Daan had, net als Sophie, veel zin in de speeltuin. Maar toen hij zag dat er niet meer was dan een draaimolen verdween zijn zin als sneeuw voor de zon. Van zijn begeleider moet Daan de draaimolen uitproberen. Dat doet Daan. Hij vindt het saai. Ondertussen bedenkt hij wel allerlei interessante vragen. Zou deze draaimolen sneller draaien dan de aarde? En wat als je heel hard terug zou draaien, ga je dan terug in de tijd? Hoe hard moet je lopen op de draaimolen om op dezelfde plek te blijven staan? En wat gebeurt er dan als je springt? Maar Daan heeft geen zin om dit alles uit te proberen. Want die draaimolen is zo verschrikkelijk saai… Daan kijkt om zich heen. Hij ziet dat Sophie het erg naar haar zin heeft. Hij ziet de andere kinderen uit zijn groep lachen en lol maken. Dus blijkbaar vinden andere kinderen dit wél leuk. Daan voelt zich anders dan de andere kinderen. Hij wordt onzeker en wil zich het liefst onzichtbaar maken. Hij laat zijn schouders en zijn hoofd hangen.

De achtbaan

Sophie vraagt aan de begeleider of er meer te doen is. Iets spannenders. Daan hoort dat Sophie het vraagt. Iets in haar vraag wekt zijn interesse, maar tegelijkertijd voelt hij dat hij toch anders is, dus dat het zinloos is om naar iets spannenders op zoek te gaan. Hij went zijn hoofd af en zakt nog iets dieper in elkaar. De begeleider antwoordt Sophie dat er verderop een achtbaan is. Deze achtbaan is spannend en niet iedereen mag er in. Hij laat je opstijgen tot grote hoogte en vervolgens moet je ook flink de diepte in. Je weet eigenlijk van te voren niet precies hoe het gaat verlopen, maar duidelijk is wel dat deze achtbaan je helpt met het verleggen van je grenzen. Maar omdat deze achtbaan niet voor iedereen geschikt is, is er een toelatingseis. Er staat een bordje bij de ingang: geen 130? Dan mag je er niet in.

De meetlat

De begeleider vertelt Sophie over de achtbaan. Hij ziet op dat moment dat hij heel kort de aandacht heeft van Daan. Dus neemt de begeleider Sophie en Daan mee naar de achtbaan. Eerst mag Sophie bij het bordje staan, waarop met een duidelijke streep staat aangegeven wanneer je 130 bent of niet. Sophie staat vol enthousiasme te springen. Ze wil zo graag! Vol zelfvertrouwen staat ze bij het bordje en het is direct duidelijk dat ze lang genoeg is. Dan mag Daan. Daan, die zich onzeker en anders voelt en die door de verplichte rondjes in de draaimolen ongemotiveerd en ongelukkig is. Hij sjokt naar het bordje. Zijn schouders en hoofd hangen nog steeds wat voorover. Zijn handen zitten in zijn zakken. 127. “Helaas, Daan…”

Met dit verhaal wil ik illustreren wat er mis kan gaan wanneer we naar cijfertjes kijken. En we belangrijke beslissingen nemen, alleen op basis van cijfertjes. Het IQ is niet zo feitelijk als lengte, of als temperatuur. Laten we kijken naar het kind. Het ene kind geeft duidelijk aan dat het behoefte heeft aan meer uitdaging en meer verdieping. Het andere kind niet, maar heeft wel die behoefte. Wanneer we dit kind zien, het vertrouwen geven door oprechte interesse te tonen, dan is de kans groter dat we die diepere, niet geuite behoefte wel zien. En dat we daarop actie kunnen ondernemen.

Meer lezen: