Artikelen

Ervaringen en gedachtenspinsels

Cliëntstop en nieuwe ontwikkelingen

Wat is dat nu? Een cliëntstop? Dit is nog niet eerder gebeurd in de bijna acht jaar dat IQenzo bestaat. En het gebeurt niet zonder reden.

De jeugdzorg in Amersfoort en omgeving is veranderd. Naast de wijkteams zijn er nu ook gebiedsteams betrokken. Dat betekent dat wanneer er meer hulp nodig is dan het wijkteam kan bieden, het gebiedsteam ingeschakeld kan worden. De gebiedsteams vallen onder een paraplu die MetMaya heet. Naast de toegang tot jeugdzorg is ook de inhoud van de hulp veranderd. Inmiddels staat bijvoorbeeld ook hoogbegaafdheid op de agenda in Amersfoort. Dat is een positieve ontwikkeling.

Er zijn delen van Amersfoort waar (misschien wel vaker dan gemiddeld) vragen spelen rond hoogbegaafdheid. Daarom wordt hier bij de vorming van de gebiedsteams rekening mee gehouden. Net als met andere typische kenmerken van het betreffende stadsdeel of gebied. En ik heb er voor gekozen om in zo’n gebiedsteam te stappen als orthopedagoog met HB-specialisme.

Dat betekent niet dat ik stop met mijn praktijk. Het betekent wel dat ik de balans opnieuw moet uitvinden. Het is een bewuste keuze om weer in loondienst te gaan, maar ik zal ook moeten ervaren hoe dat bevalt. En omdat mijn praktijk ook een beetje mijn kindje is geworden, laat ik die niet zomaar los. Ik zal er wel minder uren in kunnen steken. Zodoende kan ik ook minder nieuwe cliënten aannemen.

Dit maakt dat mijn agenda momenteel tot de zomervakantie vol is. Om het overzicht te bewaren kies ik ervoor om dit nu zo te houden en geen nieuwe cliënten aan te nemen. En het voelt niet goed om mensen die nu een hulpvraag hebben pas in september te kunnen helpen.

Dus ja; een cliëntstop. Maar wel om de ouders die komen zo goed mogelijk te kunnen blijven helpen. En om daarnaast goed voor mezelf te kunnen zorgen.

De opvoeding als vruchtbare omgeving

Kinderen worden bij mij voor uiteenlopende redenen aangemeld voor onderzoek. Vaak is de vraag gerelateerd aan het vermoeden van een hogere begaafdheid. Ouders maken zich zorgen omdat hun kind bijvoorbeeld vaak boos is. Of zich op school heel aangepast gedraagt. Naast de vraag of er bij het kind sprake is van meer- of hoogbegaafdheid spelen er dus ook andere vragen. Het beantwoorden van de vraag wat er bij het kind aan de hand is, is dan ook vaak maar een deel van het antwoord. Er ligt vrijwel altijd een vraag onder die te maken heeft met de directe omgeving van het kind, zoals over de opvoeding.

Het beantwoorden van die (vaak) opvoedkundige vragen kan inzicht geven. Maar ook dan is het nog niet opgelost. Als ouder moet je vervolgens aan de slag. Want het kind kun je niet veranderen. Je kunt stukjes van het kind proberen te begrijpen, dat wel. En dat beïnvloedt je handelen. Maar je zult vervolgens wel naar je eigen handelen moeten kijken en daarin proberen nieuwe stappen te zetten.

Als ouders draag je je eigen rugzak vol ervaringen mee. Daar zit je gereedschap in, die je je hele leven hebt opgebouwd. Ook door de manier waarop je eigen ouders je hebben opgevoed. Je bent onlosmakelijk verbonden met de generaties voor je. Daardoor zijn overtuigingen en patronen ontstaan. En die beïnvloeden je ook in de manier waarop je met je eigen kind omgaat. Vaak onbewust.

Als je in de opvoeding van je kind ergens tegenaan loopt, kun je niet alleen maar kijken naar wat er bij je kind speelt. Je zult ook in de spiegel moeten kijken en je (opnieuw of voor het eerst) bewust moeten worden van wat je allemaal in je rugzak meedraagt. Dat kan misschien best confronterend zijn. En misschien heb je daarbij ook behoefte aan iemand die met je meekijkt. Die je kan helpen te ontdekken hoe je overtuigingen en patronen van invloed zijn op je huidige opvoedgedrag.

Ik denk dat dit ontzettend waardevol is. Niet alleen als je dreigt vast te lopen in de opvoeding van je kind. Of pas als de gedragsproblemen je boven het hoofd stijgen. Ik denk dat het zelfs al waardevol is als je alleen ouders bent van een kindje dat nog geboren moet worden. En natuurlijk in alle fases hier tussenin.

De (onbewuste) invloed die je als ouders hebt op het gedrag van je kind intrigeert me steeds meer. En ik zou heel graag met ouders een stukje willen meelopen om met elkaar na te denken over die onbewuste invloeden. Ik ben geschoold in een nieuwe methode die me voorziet van extra tools en vaardigheden om deze coaching te kunnen waarmaken (www.obic-ouderbegeleiding.nl). We blijven kijken naar de kenmerken van je kind en de behoeften die daaronder schuil gaan. Maar we kijken ook naar de interactie tussen jou en je kind. En naar de patronen en overtuigingen die je als ouder onbewust al in de rugzak van je kind stopt. En doordat je daar bewust van wordt, kun je ook bewust uit die overtuigingen stappen, wanneer dat nodig is. Dit zorgt uiteindelijk voor meer harmonie in je gezin.

Vanaf februari 2024 ga ik dit nog verder uitdiepen. Dan start mijn opleiding tot systeemtherapeut.

Breed begaafdheidsonderzoek

Bell-curve

Bij een breed begaafdheidsonderzoek wordt bij IQenzo gebruik gemaakt van twee intelligentietests. Waarom is dat zo? Dat zal ik in dit artikel toelichten. In Nederland wordt in het algemeen bij intelligentieonderzoek gebruik gemaakt van tests zoals de WISC-V (meest gebruikt bij kinderen) en andere tests. Deze tests zijn ontwikkeld om betrouwbare uitspraken te doen over de cognitieve capaciteiten van kinderen, over de hele linie. Dus van kinderen die minder sterk ontwikkelde vaardigheden hebben tot en met kinderen die sterker ontwikkelde vaardigheden hebben. De grootste groep kinderen is de groep met gemiddelde capaciteiten. Dit geldt ook voor de kinderen in de normeringsgroep (de groep kinderen waarmee een getest kind vergeleken wordt). Dit wordt vaak in een grafiek weergegeven als een ‘Bell-curve’.

Bell-curve

Gemiddelde

Valt een kind binnen de grenzen van het gemiddelde of iets daarboven of daaronder, dan is het goed mogelijk om betrouwbare uitspraken te doen over zijn prestatie op een intelligentietest. Er is een grote normgroep, de items zijn niet te makkelijk en niet te moeilijk waardoor er niet snel een plafond bereikt wordt. Voor de kinderen die aan de randen van de Bell-curve vallen is dat een beetje anders. Ik zal voor nu de focus leggen op de kinderen die rond of boven de bovengrens functioneren.

Boven het gemiddelde

Wanneer een kind een IQ-score van 130 heeft betekent dat ook dat slechts circa 2% van de kinderen van die leeftijd een hogere score behaalt. Dat geldt ook voor de normgroep. Binnen die grote normgroep zijn er relatief weinig kinderen die een dusdanig hoge score behalen. Nu moet je sowieso voorzichtig zijn met grote uitspraken doen over een individu op basis van een vergelijking met een groep. Maar wanneer de vergelijkingsgroep dan ook nog wat kleiner is, moet je dus nog wat voorzichtiger zijn.

Daarnaast zijn er in een test die globaal gezien meer gericht is op de gemiddelde kinderen soms onvoldoende moeilijke items voor kinderen die boven het gemiddelde uitkomen. Dit zorgt ervoor dat een standaard intelligentietest minder goed kan differentiëren aan de boven- (en onder)kant van de curve. Een antwoord kan dan sneller invloed hebben op de hoogte van het IQ. Dit speelt nog wat specifieker bij de RAKIT-2, die vooral ontworpen is om kinderen met een lagere intelligentie goed in beeld te krijgen.

Voor de duidelijkheid: de normering van de intelligentietests wordt uiterst zorgvuldig gedaan en de uitkomsten zijn zeker betrouwbaar. Maar het is ook goed om bewust te zijn van enkele kanttekeningen.

De KIQT+ is een test die de aandachtspunten bij de reguliere intelligentietests probeert te ondervangen. Deze test heeft juist een grote normgroep die bestaat uit kinderen met een gemiddelde tot (zeer) bovengemiddelde intelligentie. Er zijn voldoende moeilijke items, waardoor een plafond niet snel bereikt wordt.

Twee intelligentietests

Dus terug naar de vraag waarom er twee intelligentietests worden afgenomen bij het brede begaafdheidsonderzoek. Met de WISC-V wordt een brede schetstekening gemaakt. Op basis daarvan wordt zeker al een beeld verkregen van het functioneren van het kind en kunnen uitspraken gedaan worden over sterktes en zwaktes. Met behulp van de KIQT+ kunnen vervolgens bepaalde lijnen en details steviger worden aangezet.

 Afbeelding via Pixabay.com

Meer lezen over intelligentietests? Lees mijn overige artikelen en mijn e-book.

Intelligentietests

Verschillende intelligentietests

Welke test gebruiken?

De keuze voor een test hangt van verschillende dingen af. Uiteraard hebben we in de eerste plaats te maken met het leeftijdsbereik. Voor zesjarigen hebben we dus drie inzetbare tests, voor bijvoorbeeld elf- tot zestienjarigen maar één. Wanneer er onderzoek naar de intelligentie gedaan moet worden, is mijn voorkeur om een zo breed mogelijk instrument te gebruiken. Dit geeft een vollediger beeld en meer aanknopingspunten voor de praktijk. Dat betekent dat de eerste voorkeur de WISC-V of de WPPSI-IV is. De KIQT+ kan ingezet worden als aanvulling op deze tests, wanneer blijkt dat er bij dit kind sprake is van een bovengemiddelde intelligentie. Juist omdat deze rekening houdt met de complexere manier van denken zoals dat bij veel hoogbegaafde kinderen gezien wordt. Dit geeft dan waardevolle aanvullende informatie.

Alleen de KIQT+?

Soms is er bij een kind recent een intelligentietest afgenomen of zijn er pogingen ondernomen om dat te doen, maar lukte het niet. Bijvoorbeeld vanwege faalangst. In deze situaties is het bij IQenzo mogelijk om alleen de KIQT+ af te nemen. Zo kan er alsnog een aanvullend beeld geschetst worden van de prestaties van het kind op deze specifieke test, waarbij rekening gehouden wordt met (te) moeilijk denken of faalangst. En in het geval van eerdere niet-gelukte pogingen kan de KIQT+ toch een indruk geven van de algemene cognitieve vaardigheden, al is dat dan met een minder uitgebreid intelligentieprofiel.

Meer lezen over intelligentie?

Mijn gratis E-book geeft veel informatie over de geschiedenis van intelligentieonderzoek, de verschillende intelligentietests die op de markt zijn en allerlei gerelateerde onderwerpen.

In de afgelopen jaren heb ik meerdere artikelen geschreven over intelligentie, intelligentietests en IQ.

KIQT+

Nieuw bij IQenzo is de KIQT+. Dit is een intelligentietest voor kinderen van vijf tot en met tien jaar. Deze test geeft geen breed intelligentieprofiel, maar brengt de cognitieve vaardigheden in kaart die de sterkste relatie met de algemene intelligentie hebben. Deze test is speciaal ontwikkeld voor het meten van deze vaardigheden bij kinderen met een (vermoedelijk) bovengemiddelde intelligentie. Bij deze test hoeft weinig gesproken te worden door het kind. Lees hier meer over de KIQT+.

Welke test gebruiken?

De keuze voor een test hangt van verschillende dingen af. Uiteraard hebben we in de eerste plaats te maken met het leeftijdsbereik. Voor zesjarigen hebben we dus drie inzetbare tests, voor bijvoorbeeld elf- tot zestienjarigen maar één. Wanneer er onderzoek naar de intelligentie gedaan moet worden, is mijn voorkeur om een zo breed mogelijk instrument te gebruiken. Dit geeft een vollediger beeld en meer aanknopingspunten voor de praktijk. Dat betekent dat de eerste voorkeur de WISC-V of de WPPSI-IV is. De KIQT+ kan ingezet worden als aanvulling op deze tests, wanneer blijkt dat er bij dit kind sprake is van een bovengemiddelde intelligentie. Juist omdat deze rekening houdt met de complexere manier van denken zoals dat bij veel hoogbegaafde kinderen gezien wordt. Dit geeft dan waardevolle aanvullende informatie.

Alleen de KIQT+?

Soms is er bij een kind recent een intelligentietest afgenomen of zijn er pogingen ondernomen om dat te doen, maar lukte het niet. Bijvoorbeeld vanwege faalangst. In deze situaties is het bij IQenzo mogelijk om alleen de KIQT+ af te nemen. Zo kan er alsnog een aanvullend beeld geschetst worden van de prestaties van het kind op deze specifieke test, waarbij rekening gehouden wordt met (te) moeilijk denken of faalangst. En in het geval van eerdere niet-gelukte pogingen kan de KIQT+ toch een indruk geven van de algemene cognitieve vaardigheden, al is dat dan met een minder uitgebreid intelligentieprofiel.

Meer lezen over intelligentie?

Mijn gratis E-book geeft veel informatie over de geschiedenis van intelligentieonderzoek, de verschillende intelligentietests die op de markt zijn en allerlei gerelateerde onderwerpen.

In de afgelopen jaren heb ik meerdere artikelen geschreven over intelligentie, intelligentietests en IQ.

[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]

De WPPSI-IV

De WPPSI-IV is een intelligentietest voor peuters en kleuters. Hij heeft een leeftijdsbereik van twee en een half jaar tot en met zes jaar. Deze test komt uit dezelfde testfamilie als de WISC-V en geeft zodoende een vergelijkbaar intelligentieprofiel. Het testmateriaal is uiteraard meer gericht op het jonge kind. Bij IQenzo worden geen peuters onderzocht. Dit vraagt een specifieke aanpak.

KIQT+

Nieuw bij IQenzo is de KIQT+. Dit is een intelligentietest voor kinderen van vijf tot en met tien jaar. Deze test geeft geen breed intelligentieprofiel, maar brengt de cognitieve vaardigheden in kaart die de sterkste relatie met de algemene intelligentie hebben. Deze test is speciaal ontwikkeld voor het meten van deze vaardigheden bij kinderen met een (vermoedelijk) bovengemiddelde intelligentie. Bij deze test hoeft weinig gesproken te worden door het kind. Lees hier meer over de KIQT+.

Welke test gebruiken?

De keuze voor een test hangt van verschillende dingen af. Uiteraard hebben we in de eerste plaats te maken met het leeftijdsbereik. Voor zesjarigen hebben we dus drie inzetbare tests, voor bijvoorbeeld elf- tot zestienjarigen maar één. Wanneer er onderzoek naar de intelligentie gedaan moet worden, is mijn voorkeur om een zo breed mogelijk instrument te gebruiken. Dit geeft een vollediger beeld en meer aanknopingspunten voor de praktijk. Dat betekent dat de eerste voorkeur de WISC-V of de WPPSI-IV is. De KIQT+ kan ingezet worden als aanvulling op deze tests, wanneer blijkt dat er bij dit kind sprake is van een bovengemiddelde intelligentie. Juist omdat deze rekening houdt met de complexere manier van denken zoals dat bij veel hoogbegaafde kinderen gezien wordt. Dit geeft dan waardevolle aanvullende informatie.

Alleen de KIQT+?

Soms is er bij een kind recent een intelligentietest afgenomen of zijn er pogingen ondernomen om dat te doen, maar lukte het niet. Bijvoorbeeld vanwege faalangst. In deze situaties is het bij IQenzo mogelijk om alleen de KIQT+ af te nemen. Zo kan er alsnog een aanvullend beeld geschetst worden van de prestaties van het kind op deze specifieke test, waarbij rekening gehouden wordt met (te) moeilijk denken of faalangst. En in het geval van eerdere niet-gelukte pogingen kan de KIQT+ toch een indruk geven van de algemene cognitieve vaardigheden, al is dat dan met een minder uitgebreid intelligentieprofiel.

Meer lezen over intelligentie?

Mijn gratis E-book geeft veel informatie over de geschiedenis van intelligentieonderzoek, de verschillende intelligentietests die op de markt zijn en allerlei gerelateerde onderwerpen.

In de afgelopen jaren heb ik meerdere artikelen geschreven over intelligentie, intelligentietests en IQ.

[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]

De WPPSI-IV

De WPPSI-IV is een intelligentietest voor peuters en kleuters. Hij heeft een leeftijdsbereik van twee en een half jaar tot en met zes jaar. Deze test komt uit dezelfde testfamilie als de WISC-V en geeft zodoende een vergelijkbaar intelligentieprofiel. Het testmateriaal is uiteraard meer gericht op het jonge kind. Bij IQenzo worden geen peuters onderzocht. Dit vraagt een specifieke aanpak.

KIQT+

Nieuw bij IQenzo is de KIQT+. Dit is een intelligentietest voor kinderen van vijf tot en met tien jaar. Deze test geeft geen breed intelligentieprofiel, maar brengt de cognitieve vaardigheden in kaart die de sterkste relatie met de algemene intelligentie hebben. Deze test is speciaal ontwikkeld voor het meten van deze vaardigheden bij kinderen met een (vermoedelijk) bovengemiddelde intelligentie. Bij deze test hoeft weinig gesproken te worden door het kind. Lees hier meer over de KIQT+.

Welke test gebruiken?

De keuze voor een test hangt van verschillende dingen af. Uiteraard hebben we in de eerste plaats te maken met het leeftijdsbereik. Voor zesjarigen hebben we dus drie inzetbare tests, voor bijvoorbeeld elf- tot zestienjarigen maar één. Wanneer er onderzoek naar de intelligentie gedaan moet worden, is mijn voorkeur om een zo breed mogelijk instrument te gebruiken. Dit geeft een vollediger beeld en meer aanknopingspunten voor de praktijk. Dat betekent dat de eerste voorkeur de WISC-V of de WPPSI-IV is. De KIQT+ kan ingezet worden als aanvulling op deze tests, wanneer blijkt dat er bij dit kind sprake is van een bovengemiddelde intelligentie. Juist omdat deze rekening houdt met de complexere manier van denken zoals dat bij veel hoogbegaafde kinderen gezien wordt. Dit geeft dan waardevolle aanvullende informatie.

Alleen de KIQT+?

Soms is er bij een kind recent een intelligentietest afgenomen of zijn er pogingen ondernomen om dat te doen, maar lukte het niet. Bijvoorbeeld vanwege faalangst. In deze situaties is het bij IQenzo mogelijk om alleen de KIQT+ af te nemen. Zo kan er alsnog een aanvullend beeld geschetst worden van de prestaties van het kind op deze specifieke test, waarbij rekening gehouden wordt met (te) moeilijk denken of faalangst. En in het geval van eerdere niet-gelukte pogingen kan de KIQT+ toch een indruk geven van de algemene cognitieve vaardigheden, al is dat dan met een minder uitgebreid intelligentieprofiel.

Meer lezen over intelligentie?

Mijn gratis E-book geeft veel informatie over de geschiedenis van intelligentieonderzoek, de verschillende intelligentietests die op de markt zijn en allerlei gerelateerde onderwerpen.

In de afgelopen jaren heb ik meerdere artikelen geschreven over intelligentie, intelligentietests en IQ.

[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]Momenteel zijn er bij IQenzo drie verschillende intelligentietests die kunnen worden ingezet bij intelligentieonderzoek. Elke test heeft zijn voor- en nadelen en aandachtspunten. Daarom is het de gedragswetenschapper die de keuze maakt welke test er bij een onderzoek wordt ingezet. Maar om toch wat inzicht te geven in de aandachtspunten per test zal ik ze even op een rijtje zetten.

De WISC-V

De WISC-V is de meest gebruikte intelligentietest voor kinderen. Deze test is genormeerd voor kinderen in de leeftijd van 6 jaar tot en met 16 jaar. Het is een vrij breed opgezette testbatterij, zodat er een beeld ontstaat van het bredere intelligentieprofiel. Je krijgt zo meer zicht op sterk en zwak ontwikkelde vaardigheden. Hierdoor kunnen er op maat gemaakte adviezen gegeven worden.

De WPPSI-IV

De WPPSI-IV is een intelligentietest voor peuters en kleuters. Hij heeft een leeftijdsbereik van twee en een half jaar tot en met zes jaar. Deze test komt uit dezelfde testfamilie als de WISC-V en geeft zodoende een vergelijkbaar intelligentieprofiel. Het testmateriaal is uiteraard meer gericht op het jonge kind. Bij IQenzo worden geen peuters onderzocht. Dit vraagt een specifieke aanpak.

KIQT+

Nieuw bij IQenzo is de KIQT+. Dit is een intelligentietest voor kinderen van vijf tot en met tien jaar. Deze test geeft geen breed intelligentieprofiel, maar brengt de cognitieve vaardigheden in kaart die de sterkste relatie met de algemene intelligentie hebben. Deze test is speciaal ontwikkeld voor het meten van deze vaardigheden bij kinderen met een (vermoedelijk) bovengemiddelde intelligentie. Bij deze test hoeft weinig gesproken te worden door het kind. Lees hier meer over de KIQT+.

Welke test gebruiken?

De keuze voor een test hangt van verschillende dingen af. Uiteraard hebben we in de eerste plaats te maken met het leeftijdsbereik. Voor zesjarigen hebben we dus drie inzetbare tests, voor bijvoorbeeld elf- tot zestienjarigen maar één. Wanneer er onderzoek naar de intelligentie gedaan moet worden, is mijn voorkeur om een zo breed mogelijk instrument te gebruiken. Dit geeft een vollediger beeld en meer aanknopingspunten voor de praktijk. Dat betekent dat de eerste voorkeur de WISC-V of de WPPSI-IV is. De KIQT+ kan ingezet worden als aanvulling op deze tests, wanneer blijkt dat er bij dit kind sprake is van een bovengemiddelde intelligentie. Juist omdat deze rekening houdt met de complexere manier van denken zoals dat bij veel hoogbegaafde kinderen gezien wordt. Dit geeft dan waardevolle aanvullende informatie.

Alleen de KIQT+?

Soms is er bij een kind recent een intelligentietest afgenomen of zijn er pogingen ondernomen om dat te doen, maar lukte het niet. Bijvoorbeeld vanwege faalangst. In deze situaties is het bij IQenzo mogelijk om alleen de KIQT+ af te nemen. Zo kan er alsnog een aanvullend beeld geschetst worden van de prestaties van het kind op deze specifieke test, waarbij rekening gehouden wordt met (te) moeilijk denken of faalangst. En in het geval van eerdere niet-gelukte pogingen kan de KIQT+ toch een indruk geven van de algemene cognitieve vaardigheden, al is dat dan met een minder uitgebreid intelligentieprofiel.

Meer lezen over intelligentie?

Mijn gratis E-book geeft veel informatie over de geschiedenis van intelligentieonderzoek, de verschillende intelligentietests die op de markt zijn en allerlei gerelateerde onderwerpen.

In de afgelopen jaren heb ik meerdere artikelen geschreven over intelligentie, intelligentietests en IQ.

[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]

Momenteel zijn er bij IQenzo drie verschillende intelligentietests die kunnen worden ingezet bij intelligentieonderzoek. Elke test heeft zijn voor- en nadelen en aandachtspunten. Daarom is het de gedragswetenschapper die de keuze maakt welke test er bij een onderzoek wordt ingezet. Maar om toch wat inzicht te geven in de aandachtspunten per test zal ik ze even op een rijtje zetten.

De WISC-V

De WISC-V is de meest gebruikte intelligentietest voor kinderen. Deze test is genormeerd voor kinderen in de leeftijd van 6 jaar tot en met 16 jaar. Het is een vrij breed opgezette testbatterij, zodat er een beeld ontstaat van het bredere intelligentieprofiel. Je krijgt zo meer zicht op sterk en zwak ontwikkelde vaardigheden. Hierdoor kunnen er op maat gemaakte adviezen gegeven worden.

De WPPSI-IV

De WPPSI-IV is een intelligentietest voor peuters en kleuters. Hij heeft een leeftijdsbereik van twee en een half jaar tot en met zes jaar. Deze test komt uit dezelfde testfamilie als de WISC-V en geeft zodoende een vergelijkbaar intelligentieprofiel. Het testmateriaal is uiteraard meer gericht op het jonge kind. Bij IQenzo worden geen peuters onderzocht. Dit vraagt een specifieke aanpak.

KIQT+

Nieuw bij IQenzo is de KIQT+. Dit is een intelligentietest voor kinderen van vijf tot en met tien jaar. Deze test geeft geen breed intelligentieprofiel, maar brengt de cognitieve vaardigheden in kaart die de sterkste relatie met de algemene intelligentie hebben. Deze test is speciaal ontwikkeld voor het meten van deze vaardigheden bij kinderen met een (vermoedelijk) bovengemiddelde intelligentie. Bij deze test hoeft weinig gesproken te worden door het kind. Lees hier meer over de KIQT+.

Welke test gebruiken?

De keuze voor een test hangt van verschillende dingen af. Uiteraard hebben we in de eerste plaats te maken met het leeftijdsbereik. Voor zesjarigen hebben we dus drie inzetbare tests, voor bijvoorbeeld elf- tot zestienjarigen maar één. Wanneer er onderzoek naar de intelligentie gedaan moet worden, is mijn voorkeur om een zo breed mogelijk instrument te gebruiken. Dit geeft een vollediger beeld en meer aanknopingspunten voor de praktijk. Dat betekent dat de eerste voorkeur de WISC-V of de WPPSI-IV is. De KIQT+ kan ingezet worden als aanvulling op deze tests, wanneer blijkt dat er bij dit kind sprake is van een bovengemiddelde intelligentie. Juist omdat deze rekening houdt met de complexere manier van denken zoals dat bij veel hoogbegaafde kinderen gezien wordt. Dit geeft dan waardevolle aanvullende informatie.

Alleen de KIQT+?

Soms is er bij een kind recent een intelligentietest afgenomen of zijn er pogingen ondernomen om dat te doen, maar lukte het niet. Bijvoorbeeld vanwege faalangst. In deze situaties is het bij IQenzo mogelijk om alleen de KIQT+ af te nemen. Zo kan er alsnog een aanvullend beeld geschetst worden van de prestaties van het kind op deze specifieke test, waarbij rekening gehouden wordt met (te) moeilijk denken of faalangst. En in het geval van eerdere niet-gelukte pogingen kan de KIQT+ toch een indruk geven van de algemene cognitieve vaardigheden, al is dat dan met een minder uitgebreid intelligentieprofiel.

Meer lezen over intelligentie?

Mijn gratis E-book geeft veel informatie over de geschiedenis van intelligentieonderzoek, de verschillende intelligentietests die op de markt zijn en allerlei gerelateerde onderwerpen.

In de afgelopen jaren heb ik meerdere artikelen geschreven over intelligentie, intelligentietests en IQ.

[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]

Spelen = leren

Een kijkje in huize Heek

Soms zie je in je eigen huis allerlei leuke dingen gebeuren. Zoals afgelopen weekend. Ze zijn bij ons thuis momenteel bezig met een Scrabble-app, waarmee je dus punten kunt verzamelen voor woorden. Het voordeel van een app is dat je niet elk onbekend woord in het woordenboek hoeft op te zoeken om te kijken of het bestaat, dat doet de app voor je. Daarnaast kun je met een willekeurig bord spelen, waardoor je op sommige plekken echt veel punten kunt leggen.

1. Doelgericht werken

Afgelopen weekend besloten de jongens om een woord proberen te leggen met een zo hoog mogelijk puntenaantal. En kijk: het doel was bepaald, een eerste vaardigheid. Ze zochten een woord van vijftien letters met een Q, gezien de hoge waarde van deze letter. Het werd ‘quarantainevlag’. Ze zochten ook een speelbord uit in de app, waarop zoveel mogelijk vakjes met dubbele of driedubbele waarden op één rij stonden.

2. Plannen en organiseren

Omdat de app bepaalt welke letters iedere speler krijgt, is het lastig om ervoor te zorgen dat je het woord ‘quarantainevlag’ kunt leggen. Dus maakten de jongens een voorbeeld met behulp van het echte Scrabblebord. Ze sorteerden de letters, keken of het aantal letters overeenkwam met het aantal letters in de app. Dat was niet zo, dus verzonnen ze een oplossing. Vervolgens legden ze woorden waarmee ze uiteindelijk ‘quarantainevlag’ konden leggen, zodat er een soort plattegrond ontstond die ze konden namaken in de app.

3. Flexibiliteit

Ze legden de woorden van het Scrabblebord na en als ze niet konden, ruilden ze letters in. Totdat één van de twee een verkeerd woord in de app legde (sneller gehandeld dan gedacht, dat heeft met respons-inhibitie te maken) en het voorbeeld niet meer klopte. Het lukte om de woorden die hieraan gekoppeld waren te veranderen, waardoor ze toch weer verder konden. Het mondde bijna uit in een teleurstelling en dan hadden ze emotieregulatie kunnen oefenen.

4. Volgehouden aandacht

Met veel geduld is het ze gelukt om hun woord te leggen en ruim 8000 punten neer te leggen. Dat gaf een kick!

5. Metacognitie

De volgende dag hebben ze het nog een keer geprobeerd, omdat ze hun prestatie wilden verbeteren. Ze hebben teruggekeken naar hoe ze het hebben aangepakt en bedachten hoe ze nog meer punten zouden kunnen halen. Ze legden toen met hun woord ‘vrijdagmarktjes’ ruim 17.600 punten.

Executieve vaardigheden

Ik vind het zo leuk om te zien hoe kinderen spelenderwijs en ongemerkt deze belangrijke executieve vaardigheden trainen. Daarnaast hebben ze ook nog geoefend met samenwerken en op elkaar afstemmen, overleggen en beslissingen nemen. En hebben ze nieuwe woorden geleerd. Ze hebben zo heel veel getraind en geoefend, maar hadden het zelf niet door. Want ze waren heerlijk aan het spelen.

Coaching voor moeders

Orthopedagoog

Als orthopedagoog houd ik me veel bezig met de ontwikkeling van kinderen in relatie met hun directe omgeving. Het woord ‘pedagoog’ geeft aan dat ik me bezig houd met de opvoeding. ‘Ortho-‘ heeft te maken met recht zetten en het werk van een orthopedagoog houdt dan ook in om hulp te bieden aan kinderen die ergens een belemmering ervaren in hun ontwikkeling en waar zodoende iets ‘rechtgezet’ moet worden. Veel hulpvragen draaien daar ook om en zijn vaak gericht op het kind. Bijvoorbeeld over de cognitieve ontwikkeling van het kind, of er sprake is van hoogbegaafdheid, hoe de emotionele ontwikkeling van het kind verloopt. Allemaal vragen die zeker relevant zijn en de antwoorden helpen vaak om beter op het kind aan te sluiten.

Als je mijn andere artikelen leest, zul je zien dat ik graag een stapje verder terug in de tijd wil om de ontwikkeling van een kind vollediger te kunnen begrijpen. De tijd in de baarmoeder, de geboorte en de tijd direct daarna bepalen voor een groot deel hoe het kind zich gaat ontwikkelen (een laagdrempelig filmpje hierover kun je hier bekijken). Hele relevante informatie, maar vaak ook moeilijk terug te halen. Toch ontstaan daar al mogelijke patronen die uiteindelijk leiden tot een hulpvraag in de toekomst. En wat zou het mooi zijn als we dat (beter) weten te ondervangen.

Afbeelding via Pixabay.com

Moeder

De allereerste persoon die invloed heeft op de ontwikkeling van een kind is de moeder. Logisch, gezien het feit dat we in haar lichaam ons leven starten. Maar misschien onderschatten we de enorme invloed die dit op ons leven heeft. Dit geldt ook voor de vader, maar dat is een meer indirecte invloed. Zeker tijdens de zwangerschap komt zijn invloed voort uit hoe hij met de moeder omgaat. Behandelt hij haar bijvoorbeeld niet goed, dan geeft dat de moeder stress, waardoor de baby wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid schadelijke stresshormonen.

De periode dat een moeder zwanger is, is bijzonder. Tegelijkertijd is het een periode waarin de moeder zelf ook kwetsbaar is. Haar moederbrein is in ontwikkeling en zeker rond de bevalling zorgt dat ervoor dat ze de mensen om haar heen blindelings vertrouwt. Dit maakt haar kwetsbaar in situaties waarin ze de controle volledig kwijtraakt. Een bevalling kan voor haar een negatieve of zelfs traumatische ervaring worden en dit komt veel vaker voor dan we denken. Dit kan onder andere gevolgen hebben voor de relatie die ze met haar kindje kan ontwikkelen, wat weer gevolgen heeft voor de ontwikkeling van het kindje.

Hoe waardevol zou het zijn als een moeder op emotioneel niveau met zelfvertrouwen een bevalling kan ingaan? Zodat ze in verbinding is met haar lichaam en haar baby, zelf in controle blijft en de gevolgen van een eventuele negatieve beval-ervaring herkent, zodat ze snel hulp kan krijgen? Het lijkt mij bijzonder waardevol. Voor haarzelf, maar ook zeker voor haar kindje.

Coaching

Ik heb een coachingsopleiding gevolgd die gericht is op coaching van aanstaande moeders. En dan niet gericht op het fysieke gedeelte. Maar juist gericht op het helpen ontdekken van haar eigen natuurlijke moederkracht, zodat ze emotioneel voorbereid is op wat er komen gaat. Daarnaast heb ik een cursus integratieve ouderbegeleiding gevolgd. Zo krijgt coaching een plek in mijn praktijk. Naast jeugdhulp is er ook ruimte voor moeder- en oudercoaching. Hiermee wil ik ook dichter aansluiten op wie ik zelf ben; een moeder die ook allerlei ballen omhoog wil houden. De coaching zal ik ruim opzetten; ik wil ruimte bieden voor iedere ouder die behoefte heeft aan iemand die met meedenkt over de eigen ontwikkeling en de ontwikkeling van het kind.

Afbeelding via Pixabay.com