CHC-model

De vaardigheden die samen het brede begrip ‘intelligentie’ vormen

Dit artikel is gebaseerd op het gebruik van de WISC-III. Inmiddels gebruik ik in plaats van deze test de WISC-V. Lees hier over de verschillen tussen de WISC-V en de RAKIT-2

Op internet kom ik geregeld de vraag tegen welke intelligentietest ‘het best’ is. In dit artikel probeer ik een eerlijk beeld te schetsen over beide tests. Om dit goed te kunnen uitleggen, moet ik eerst wat meer uitleggen over intelligentie. Binnen het algemene begrip ‘intelligentie’ kunnen verschillende ‘soorten’ intelligentie onderscheiden worden. De bekendste twee zijn de gekristalliseerde (crystallized) en de vloeiende (fluid) intelligentie. Deze twee omvatten het grootste gedeelte van de algemene intelligentie. Daarnaast zijn er nog zes andere (brede) cognitieve vaardigheden onderscheiden. In het plaatje zie je ze (de vaardigheid lezen en schrijven is opgenomen onder gekristalliseerde intelligentie). Voor wie het interessant vindt: dit is het CHC-model in het kort.

WISC-III

De WISC-III is op dit moment de nestor onder de kinderintelligentietests. Hij is al jaren in gebruik, de normen zijn in 2005 herzien en ook op scholen is deze test een bekend begrip. Zijn jongere zusje, de WISC-V, is onderweg, maar de Nederlandse normering hiervoor is nog niet afgerond. Als we de WISC-III naast het CHC-model leggen, dan valt op dat de gekristalliseerde intelligentie met deze test goed in beeld gebracht wordt. Daarnaast doet deze test een groot beroep op de visuele verwerking van informatie. Kwantitatieve kennis, het kortetermijngeheugen en de verwerkingssnelheid komen enigszins aan de orde. Op school wordt ook een groot beroep gedaan op de gekristalliseerde intelligentie (brede kennis over taal en feiten).

RAKIT-2

De RAKIT-2 is de tweede versie van de Revisie Amsterdamse Kinder Intelligentie Test (dus eigenlijk de AKIT-3). Een echte Nederlandse test dus. Deze is sinds 2012 op de markt en geniet zodoende minder bekendheid dan de WISC-III. Wanneer we de RAKIT-2 naast het CHC-model leggen, zien we dat deze test een groot beroep doet op de vloeiende intelligentie. Daarnaast doet het een groot beroep op de visuele verwerking. In iets mindere mate wordt een beroep gedaan op de gekristalliseerde intelligentie, de kwantitatieve intelligentie en het kortetermijngeheugen. De vloeiende intelligentie zegt veel over hoe een kind omgaat met nieuwe situaties, hoe het oplossingen bedenkt en kennis toepast.

Samengevat

Dus in het kort: de ene test meet vooral de gekristalliseerde kennis, waarbij een duidelijke link is met de vaardigheden die op school nodig zijn. Deze meet echter (bijna) niet de vloeiende intelligentie. De andere test meet vooral de vloeiende intelligentie, wat een grotere lading heeft op de algemene intelligentie, maar waarbij de link met de schoolse vaardigheden wat minder duidelijk is. Deze meet in mindere mate de gekristalliseerde intelligentie. Beide tests zijn overigens betrouwbaar en op basis van beide tests is een intelligentieprofiel in kaart te brengen.

Andere verschillen zitten in de uitvoering van de test. De WISC-III doet een groot beroep op taalvaardigheid. De RAKIT-2 is veel minder talig en doet een groot beroep op de visuele waarneming. De WISC-III geeft daardoor wat meer kwalitatieve informatie over hoe een kind denkt. De RAKIT-2 is voor sommige kinderen prettiger, omdat veel antwoorden aangewezen kunnen worden. Bij beide tests is natuurlijk veel concentratie gevraagd. De RAKIT-2 vraagt vooral bij kinderen die hoog zullen scoren meer concentratie, zij zullen een subtest soms heel lang moeten volhouden omdat het afbreekcriterium niet snel bereikt wordt. Bij de WISC-III loopt de moeilijkheidsgraad wat sneller op. Daarnaast is het leeftijdsbereik van de WISC-III groter dan die van de RAKIT-2 (6 tot 16-jarigen versus 4 tot 12-jarigen).

De keuze voor een bepaalde test is dus erg afhankelijk van het te testen kind en de hulpvraag. Welke test uiteindelijk gebruikt wordt bij een onderzoek is een beslissing waarin de onderzoeker het laatste woord heeft. Zoals een timmerman weet welk materiaal hij voor een bepaalde klus moet gebruiken, weet de onderzoeker dat voor een intelligentieonderzoek.

Reageren?