Sinds de scholen gesloten zijn vanwege de coronacrisis, ligt mijn werk ook grotendeels stil. Ik heb ervoor gekozen om geen intelligentie- en begaafdheidsonderzoeken in te plannen en de onderzoeken die gepland stonden uit te stellen. De gesprekken doe ik via videobellen.

Mijns inziens (en met mij bijna alle andere praktijken) is het niet mogelijk om een intelligentietest af te nemen op anderhalve meter afstand. Daarbij is het nog niet duidelijk hoe groot het risico op besmetting bij kinderen is. Eventuele voorzorgsmaatregelen, zoals een plexiglas scherm plaatsen, lijken mij de toch al bijzondere – en voor veel kinderen wat spannende – testsituatie negatief beïnvloeden.

Naast deze praktische overwegingen spelen ook andere overwegingen een rol. Vandaag berichtte de NOS dat spanningsklachten onder thuiswerkenden toenemen. Dit geldt voor volwassenen, maar ook kinderen zullen deze spanning voelen. Om een kind een intelligentietest te laten doen in deze ongewone en spannende tijd vind ik daarom niet verantwoord. Bekend is dat spanning een negatieve invloed heeft op prestaties.

Ik hoop natuurlijk dat deze situatie niet te lang gaat duren. Ik ben benieuwd naar de resultaten van het onderzoek van het RIVM over de risico’s bij kinderen. En ik hoop dat de situatie zo wordt, dat kinderen na de meivakantie weer naar school kunnen en enigszins hun normale leven kunnen oppakken.

Tot die tijd zit er niets anders op dan afstand houden en zoveel mogelijk thuis blijven. En het thuis zo goed mogelijk draaiend houden met drie kinderen die onderwijs op afstand krijgen.