Het verhaal over de jongen die wilde dansen is dankzij film en musical een bekend verhaal geworden. De elfjarige Billy groeit op in een mijnwerkersstadje. Zijn vader en broer zijn mijnwerkers, zijn moeder is overleden. Hij zit – net als de meeste jongen in dat dorp – op boksen en zal in de toekomst zeer waarschijnlijk ook de mijn ingaan om zijn brood te verdienen. Dan ziet hij de balletles van de meisjes in zijn dorp. Hij ontdekt dat hij wil dansen en ontwikkelt tegen alle rolpatronen in zijn talent.

Het is een verhaal zoals er wel meer zijn bedacht. Maar het verhaal raakt me. Billy is een jongen met een danstalent. Zonder dansles zou hij dit latent aanwezige talent nooit sterk ontwikkeld hebben. Hij had daarvoor wel iets nodig: doorzettingsvermogen, het lef om risico’s te durven nemen en anders te durven zijn. Uiteindelijk blijkt ook dat hij de steun van zijn omgeving hard nodig heeft. Had hij dit alles niet gehad, dan zou hij uiteindelijk zijn leven leven door dag in, dag uit naar de mijn te gaan met een hart dat wilde dansen. En dat is wat me raakt.

Ik gun ieder kind dat bij mij in de praktijk komt een leven waarin het zijn of haar talenten kan en ook durft te ontwikkelen. Ik gun het ze zo dat ze zichzelf kunnen en durven zijn. Ik gun ze volwassenen om hen heen die hun talent in ontwikkeling ook zien en die het kind de ruimte durven geven zich te ontwikkelen. Ook als dat betekent dat het kind anders is dan ze hadden gedacht. Ik gun het kind een leven waarin het steeds meer voldoening mag vinden, omdat het leven steeds iets meer brengt dat past bij wie het kind in potentie is.

De korte animatiefilm Alike gaat hier ook over. Deze film raakt me op een bepaalde manier, zoals ik ook geraakt werd door de film over Billy Elliot. Beide films zijn zeker de moeite waard om te bekijken.